Titel: Het jaar dat ik dertig werd
Schrijver: Aaf Brandt Corstius
Jaar van uitgifte: 2006
Flaptekst:
In Het jaar dat ik dertig werd doet hoofdpersoon Aaf op geestige wijze verslag van wat zij gedurende een jaar meemaakt. Ze vertelt over haar bindingsangstige geliefde Meneertje Knipperlicht, over haar mislukte verhuizing naar New York (voor hem), over de kunst van het logeren, en ook over het gevaar van samenleven met een kat. Aaf loopt over van de goede voornemens. Maar dan verschijnt Meneertje Knipperlicht na een korte afwezigheid weer in haar leven. En nu wil hij alles, zelfs een kind. Aaf twijfelt…
Leeswaarschuwing
Onderstaande tekst kan details van de plot en/of de afloop van het verhaal bevatten.
Bundeling van komische autobiografische columns die eerder zijn gepubliceerd in nrc.next. De schrijfster (1975) vertelt op hilarische en droogkomische wijze hoe het is om bijna dertig te zijn. Ze wil wat meer duidelijkheid in haar leven en wil om te beginnen haar relatie met Meneertje Knipperlicht (Arnon Grunberg) stabiliseren door naar New York te verhuizen (waar hij woont). Hiermee hoopt ze natuurlijk meer tijd met hem te kunnen doorbrengen maar al na een paar maanden komt ze met hangende pootjes terug: Meneertje wil zich echt niet binden, laat staan dat hij wil samenwonen. Aaf weet bovendien voor het eerst in haar leven hoe het is om heimwee te hebben naar Amsterdam. Andere zaken die spelen rond haar dertigste zijn haar kattenwens, en eventuele kinderwens en het feit dat ze met vriendinnen over dagcreme begint te praten. Ze neemt zich allerlei goede voornemens voor die echter niet allemaal van de grond komen. Het leuke van de columns is dat ze zich prima als een verhaal laten lezen. Het leuke aan Aaf is dat ze zo herkenbaar is en zo’n aartsoptimist is. Ze laat zich niet uit het veld slaan wat er ook gebeurt. Ze neemt zich gewoon steeds weer voor om de zaken beter aan te pakken. Prachtige en originele beschouwingen over klein en groter leed. – NBD|Biblion recensie
Als ze bijna dertig is en nog altijd haar instabiele non-relatie met Meneertje Knipperlicht aan de andere kant van de wereld onderhoudt, besluit Aaf Brandt Corstius dat de tijd rijp is om het roer radicaal om te gooien: samenwonen, kinderen krijgen en een nieuw leven in New York beginnen, dat zijn de ingrediënten van Aafs nieuwe leven. Denkt ze… Hoopt ze…
Maar is zij als vrolijk dartelende bijna-dertiger wel toe aan zoveel vastigheid? En wat te denken van bindingsangstige Meneertje Knipperlicht zelf, die weliswaar op papier in New York woont maar hier in de praktijk nooit blijkt te zijn. Beter gezegd: hij vindt het als een van de weinige mensen op deze aardbol prettig om zo ver mogelijk van zijn geliefde verwijderd te zijn. Als zij in iedere New Yorkse man haar broer begint te herkennen en huilend over straat gaat wanneer zij anderen wèl ziet bellen, besluit ze terug te keren. Want stiekem verlangt Aaf al snel terug naar ‘het dorp Amsterdam’, haar humorloze heimweehormonen draaien aan de andere kant van de oceaan namelijk overuren.
Halsoverkop besluit zij, als haar relatie definitief (nou ja, tijdelijk definitief) uitgeknipperd is, terug te gaan, om – heel wat desillusies rijker, haar leven opnieuw te herzien. Ze koopt een huis, én kat. Barstensvol goede voornemens begint zij in een impuls aan de vierjarige opleiding tot kleuterjuf, die zij nog sneller staakt dan dat zij er aan begon. Vol ironie en met gortdroog commentaar neemt zij hierbij de tegenwoordig modieuze ‘zelf-reflecterende’ kinderen op de hak:
‘Ik kan ook niks! Ik kan ook niks! Ik wil altijd alles perfect doen!’
Juf, gealarmeerd: ‘Maar dat hoeft toch helemaal niet. En die ballon was heel mooi!’
Jongetje: ‘Je snapt het niet! Ik moet alles perfect doen van mezelf!’
Een vijfjarige met een burn-out. In ieder geval heeft hij zelf door waar de oorzaak van zijn probleem ligt. Dat was wel weer heel fijn.’
Na deze slopende poging om juf te worden, is het de hoogste tijd om op reis te gaan. Waar zij met Meneertje Knipperlicht in drie jaar tijd al zevenenzeventig plaatsen aandeed, brengt zij haar kerst nu met twee vrienden in Gambia door. Hilarische taferelen volgen. Want dat Aaf Brandt Corstius uitmunt in vlot geschreven, knap geconstrueerde, humoristische en afwisselende scènes, staat vast. Omdat haar devies ‘eerst doen, dan denken’ lijkt te zijn, zit je plotsklaps midden in een hoedenmaakles in New York, om het moment daarna weer een didactische les over logeerpartijen te volgen. Door haar vlotte pen vervelen deze stukken geen moment. Alle ellende die zij meemaakt beschrijft zij op montere toon, afgewisseld met de gelukzalige momenten uit haar leven. Niets is Brandt Corstius te gek om met haar publiek te delen.
Ook wanneer Meneertje Knipperlicht weer opduikt, blijven de columns, omgewerkt tot deze bundel, boeien. Hoewel duidelijk is dat deze relatie nooit stabiel zal worden, lees je het boek toch in een ruk uit. Juist vanwege de herkenbare situaties, zelfspot en humor. Daarnaast is het ook een goede keus geweest om de zoveelste ruzie met dito gegil gevolgd door een relatiecrisis af te wisselen met herinneringen aan kerst, de verschrikkingen van een groepsreis (met beschrijvingen van het fenomeen ‘comateuze groepshumor’) en wanhoopsaanvallen vanwege haar kat. De toonzetting en variatie in relatiecrises en alledaagse onderwerpen zorgen voor een afwisselend geheel, waardoor het boek het niveau van chicklit zeker ontstijgt.
Mijn mening/ervaring: Dit boek is niet vernieuwend als je al bekend was met de columns, maar wanneer je dat niet bent is het best vermakelijk.
Iets voor jou: Als je bijna 30 bent.
Niets voor jou: Als je niet tegen twijfelaars kunt (als persoon).
Dit is het 45ste deel in de categorie “Uitgelezen”. Op deze pagina houd ik bij welke boeken ik uitgelezen heb.