Titel: Oosterschelde Windkracht 10
Schrijver: Jan Terlouw
Jaar van uitgifte: 1976
Flaptekst:
Februari 1953 wordt Zuidwest-Nederland getroffen door een stormvloed die acht procent van Nederland onder water zet en vele levens kost. Deze stormramp is aanleiding voor de Deltawet, waarin is vastgelegd dat een aantal zeearmen zal worden afgesloten met een dam. niet iedereen is daar gelukkig mee. Want vooral de afsluiting van de Oosterschelde, en daarmee afsluitingen van de getijdenstroom, heeft ingrijpende gevolgen voor het milieu en de mossel- en oestercultuur. Jan Terlouw beschrijft de angstige gebeurtenissen tijdens de stormramp en neemt vervolgens twintig jaar later de draad weer op als de discussie rondom de afsluiting van de Oosterschelde ten volle is losgebarsten.
Leeswaarschuwing
Onderstaande tekst kan details van de plot en/of de afloop van het verhaal bevatten.
Het boek wordt geschreven vanuit de ogen van één familie, de familie Strijen en de met Anne Strijen getrouwde Henk. Bij het begin van het boek (voor de watersnood van 1953) bestaat de familie uit vader en moeder Strijen, hun kinderen Anne, Hennie en Piet en Opoe, die ook bij hun inwoont. Daarbij is Henk de vriend van Anne.
Als Anne op een dag in het voorjaar van 1952 uit zeilen gaat, ziet ze op de Grevelingen een kistje drijven. In een poging het kistje binnen te halen, slaat haar bootje om. Als Anne de oever bereikt en haar kleren te drogen hangt, wordt ze gezien door agent Giel Nolen. Deze doet alsof hij haar, vanwege haar brutale reactie op zijn verschijnen, een proces-verbaal geeft. Bij thuiskomst in Battenoord openen Henk en Anne het kistje, dat vol blijkt te zitten met aantekeningen van een zekere heer Brooshoofd, wiens lijk maanden later wordt gevonden.
Nolen vermoedt dat Anne, die inmiddels ook in verwachting is, is verkracht door Brooshoofd, waarop zij hem gedood heeft. Henk, inmiddels getrouwd met Anne, is echter de vader van het ongeboren kind, maar Nolen laat Anne verhoren en verspreidt de roddel, ook als blijkt dat zij Brooshoofds dood niet op haar geweten heeft.
Enkele maanden later, op 31 januari 1953, staat het water bij eb al hoog aan de dijk. Henk en Piet gaan bewoners waarschuwen voor een dijkdoorbraak en helpen levens te redden, waarbij Piet verdrinkt. De boerderij van Strijen wordt door het water weggeslagen en ook Opoe verdrinkt in de golven. Aan het eind van het eerste deel wordt de familie Strijen gered en herenigd met Hennie (die tijdens de ramp bij een vriendin logeert) en Henk, die zichzelf heeft kunnen redden. In een opvanghuis krijgt Anne weeën. Intussen horen vader Strijen en Henk de waarheid achter de dood van Brooshoofd. Een dijkgraaf, die door hem wordt beschuldigd van corruptie, rijdt hem aan, waarop een ruzie ontstaat. Brooshoofd grijpt een mes, maar steekt zichzelf en valt neer. De dijkgraaf verbergt zijn lijk, in angst zelf betrapt te worden. Bij terugkomst hoort Henk dat hij vader is geworden: Anne is van een zoon bevallen.
Het tweede deel van het boek speelt zich ruim twintig jaar later af, in 1973-1974. Anne en Henk wonen in Zierikzee, samen met hun in 1953 geboren zoon Piet en hun tweede zoon Valeer. Laatstgenoemde krijgt in dit deel een belangrijke rol.
Omdat Valeer niet goed meekomt op school, gaat hij in de mosselvisserij werken. Dat de Oosterschelde open en dus zee blijft, is voor hem en zijn collega’s noodzakelijk. De rest van de familie staat lijnrecht tegenover hem, met de watersnoodramp in hun achterhoofd.
Later in het tweede deel volgen talloze discussies over het wel of niet openhouden van de Oosterschelde. In november 1974 beslist de Tweede Kamer dat het compromis, een stormvloedkering die open en dicht kan, wordt uitgevoerd. Hiermee zijn de belangen van alle familieleden behartigd.
Mijn mening/ervaring: Dit boek is geschreven en gepubliceerd vóór het gereedkomen van de oosterschelde-kering. De meeste mensen weten niet beter dan die dam er ligt, maar daar ging een flinke discussie aan vooraf. Dit boek geeft een mooi inkijkje in de periode.
Dit is het 208ste deel in de categorie “Uitgelezen”. Op deze pagina houd ik bij welke boeken ik uitgelezen heb.